Instructor Support for Educational Systems

Hoe stel ik de cijferberekening in?

Updated on

In dit artikel bespreken we hoe je de cijferberekening instelt. Na een toetsafname hebben alle deelnemers een score behaalt. Aan de hand van deze score kan het cijfer berekend worden. In dit artikel bespreken we alle mogelijkheden voor het berekenen van een cijfer. 

Klik op onderstaande links om direct naar een specifieke sectie te gaan:

Twee belangrijke instellingen die de cijferberekening beïnvloeden zijn de gokcorrectie en de functie automatisch scoren. Lees meer over hoe deze instellingen werken in de handleiding de "Gokcorrectie en Automatisch Scoren." 

Hoe bereken ik een cijfer?

Voor het berekenen van een cijfer zijn er twee methodes: de formule en tabel methode.

  • De formulemethode is een manier om cijfers te berekenen op basis van behaalde en totale punten, waarbij je zelf de rekenformule opstelt.
  • De tabelmethode is een manier om cijfers te berekenen op basis van een puntentabel, die je zelf kunt invoeren of automatisch kunt laten genereren op basis van de cesuur.

In onderstaande secties geven we voor elke methode een kort stappenplan. Eerst gaan we kort in op hoe je de instellingen vindt. 

Hoe bepaal ik de methode van cijferberekening? 
  1. Ga naar de toets waar je het cijfer van wilt berekenen.
  2. Klik op instellingen in de balk bovenin.

3. Selecteer links in de kolom de optie cijferberekening. 

4. Je ziet het volgende scherm: 

In onderstaande kopjes bespreken we elk onderdeel. 

Methodes

Formulemethode

De standaard formule voor Ans aan de universiteit Leiden is:  

 

10 * behaalde punten/totale punten

 

Hieronder volgt een korte uitleg over de beschikbare opties

Formule voor cijferberekening aanpassen 

Bij de formules-methode kun je werken met variabelen, zodat je de formule volledig kunt afstemmen op jouw behoeften. Zo kun je toetsonderdelen een verschillende weging geven. In de balk voor cijferberekening voeg je de benodigde variabelen en bijbehorende gewichten toe om zo de formule op maat te maken.

Let op: bovenstaande afbeelding is een voorbeeld van alle aanpassingsmogelijkheden. De standaard formule voor de universiteit Leiden staat aangegeven in bovenstaand blauw vak. 

De variabelen die je kunt toevoegen zijn:

Variabele Betekenis
Totale punten voor gesloten vragen Het totale aantal punten dat kan worden verdiend voor alle gesloten vragen.
Totale punten voor open vragen Het totale aantal punten dat kan worden verdiend voor alle open vragen. 
Behaalde punten voor gesloten vragen Het aantal behaalde punten van alle gesloten vragen van de student.
Behaalde punten voor open vragen Het aantal behaalde punten van alle open vragen van de deelnemer. 

Er bestaan ook variabelen voor zogenaamde flowgroepen. Meer informatie hierover lees je op de ANS pagina over Cijferberekening variabelen

Daarnaast kun je de volgende functies toevoegen:

Functies Betekenis
Wiskundige operatoren + , - , * , / , ^
Logische functies IF, AND, OR
Vergelijkingsoperatoren <, >, <=, >=, !=, =
Numerieke functies MIN, MAX, ROUND, ROUNDUP, ROUNDDOWN

Let op: een aangepaste formule wordt niet meegenomen in een conversie van een digitale toets naar een papieren toets, en vice versa. De formule voor de cijferberekening wordt dan aangepast naar de standaard ingestelde formule. Meer weten? Neem contact op met de functioneel beheerder van jouw faculteit

Het laagste cijfer limiteren

Als dit vakje wordt aangevinkt, kun je het laagste cijfer voor de toets instellen, waarbij de standaard op 1 is gezet. Als het vakje niet is aangevinkt, kunnen deelnemers een negatief cijfer krijgen, bijvoorbeeld als ze negatieve punten voor vragen hebben behaald of in specifieke gevallen wanneer de gokcorrectie is ingeschakeld.

Het hoogste cijfer limiteren

Als dit vakje wordt aangevinkt, kun je het hoogste cijfer voor de toets instellen, met de standaardwaarde op 10. Zo kun je voorkomen dat deelnemers een hoger cijfer behalen dan gewenst. Dit kan gebeuren wanneer er bijvoorbeeld een bonusvraag is. 

Slagingscijfer

Het slagingscijfer is het minimumcijfer dat nodig is om de toets te halen. Alle deelnemers met een afgerond cijfer lager dan het slagingscijfer hebben de toets niet gehaald.

Gokcorrectie

Om de gokcorrectie in te schakelen, selecteer je het selectievakje. Dit vakje is alleen zichtbaar als je toets vragen bevat waarop gokcorrectie van toepassing is. Meer weten over welke vraagtypen vallen onder de gokcorrectie? Zie de handleiding over de gokcorrectie. 

Tabelmethode

De tabelmethode is de tweede optie in het uitklapmenu voor de cijferberekening. Bij deze methode kun je het cijfer berekenen aan de hand van een tabel. Je kunt een tabel handmatig aanmaken of importeren. Hieronder volgt een korte uitleg. 

Afronding

Kies de gewenste afronding van het cijfer: twee decimalen, één decimaal, halven of hele getallen. De tabel rondt altijd naar beneden af, waarbij elke rij een drempel vertegenwoordigt. Een deelnemer moet minimaal het aantal punten van een rij hebben om het bijbehorende cijfer te ontvangen. Bijvoorbeeld, bij 2.5 punten krijgt een deelnemer het cijfer 2.

Importeer 

Je kunt een tabel importeren die je buiten ANS hebt gemaakt, via een csv-bestand met ten minste de kolommen 'Punten' en 'Cijfers'. Je kunt ook een derde kolom 'Letter waardering' toevoegen. Een sjabloon is beschikbaar in het scherm dat verschijnt wanneer je op 'Importeren' klikt.

Exporteer

Als je een tabel hebt gemaakt die je wilt hergebruiken voor andere doeleinden of toetsen, kun je deze exporteren. De exportknop wordt pas geactiveerd als de tabel minimaal één rij bevat.

Contact en informatie

Wil je meer weten over het berekenen van cijfers, de tabelmethode en de gokcorrectie? Zie onze andere handleidingen:

Heb je hulp nodig? Neem contact op met de functioneel beheerder van jouw faculteit

Previous Article Overzicht vraagtypen
Next Article De gokcorrectie en automatisch scoren