Opgaven en vragen kun je rechtstreeks in een itembank aanmaken en beheren om ze vervolgens vandaaruit in verschillende toetsen te gebruiken. Je kunt je itembank ook aanvullen met vragen die je eerst direct in je vaktoets hebt aangemaakt. Vragen in je itembank kun je daardoor eenvoudig opnieuw gebruiken. Door te werken met een itembank kun je sneller nieuwe toetsen samenstellen.
Een van de voordelen van een itembank is dat opgaven gestructureerd opgeslagen worden. De strucuur is een itembank is gebaseerd op domeinen en leerdoelen die past bij het onderwerp van die itembank. Opgaven worden aan een leerdoel gekoppeld, zie oa ook Hoe creëer en beheer ik domeinen en leerdoelen?.
Het samenstellen van een toets gebeurt rechtreeks in het vak als zijnde een vaktoets of in de itembank als zijnde een itembanktoets.
Een itembanktoets kan identiek zijn aan je vaktoets of bevat een voorselectie van vragen voor je vaktoets en daardoor de basis is voor je uiteindelijke vaktoets.
Je werkt met een voorselectie als je bv per leerdoel één vraag random wilt trekken uit een grotere set vragen waardoor studenten niet allemaal dezelfde vragen voorgelegd krijgen.
Nadat je je itembank toets hebt samengesteld, kopieer je hem naar het vak. Is je itembank toets niet identiek aan je vaktoets kun je de toets eerst nog aanpassen door bv eerst het aantal vragen te beperken en/ of de flow van de toets in te stellen.
Zijn er aanpassingen in opgaven gemaakt kun je voor afname de uiteindelijke vaktoets eerst synchroniseren.